Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar te Gibeon [54]hadden gewoond Jeiel, de vader van Gibeon; de naam [55]zijner zuster nu was Maacha. 54. Te weten, ten tijde van Saul. En alzo komt de schrijver van dit boek hier wederom tot het verhaal van de afkomst en het geslacht van Saul en zijner nakomelingen, waarvan hij boven, hfdst.8 vs.29, begonnen is te spreken. 55. Boven, hfdst.8 vs.29, staat zijner huisvrouw. Hetwelk men kan nemen in zulken zin, als Abraham zeide, Gen.20:2,5,12, dat Sara zijn zuster was.